SOLO

Allein ist ein Mann am stärksten.

Dat zei Robert Pollet met een instemmend geknik, nadat ik hem uitgelegd had dat ik een week helemaal alleen ging zeilen. Dat was 25 jaar geleden, Robert is een tijdlang mijn baas geweest in één van de grotere chemische huizen waar ik gewerkt heb. Daaraan moet ik nu denken, nu door omstandigheden blijkt dat ik Dr NO helemaal alleen van Ibiza naar Malaga zal brengen. Sommigen zeggen mij dat ze na een uur zot zouden worden zo alleen op zee, maar ik hou van alleen zijn en ik kijk uit naar grote hoeveelheden me-time, brood bakken, vissen, zeilen, alles onder controle houden, ook al kan het zwaar zijn. Roberts uitspraak vat dit gevoel goed samen. En de beloning zal groot zijn, want Anneleen en Nancy zullen mij komen bezoeken in Malaga. (Ten behoeve van de op misverstanden beluste lezer, weze hier gestipuleerd dat ik het altijd leuk vind om te zeilen met vrienden of gasten, of ze nu veel zeilervaring hebben of niet.)

We varen over de nulmeridiaan, die van Greenwich dus, voor de derde keer sinds we begin juli in Oostende vertrokken zijn.

Ibiza – Malaga is ongeveer 340 zeemijl, zowat de afstand van Oostende naar Falmouth. Ik plan vier dagen. Ik koop teveel eten in San Antonio. Karina geeft mij ook nog wat “restjes” mee waarop ik twee dagen kan overleven en na twee uur op zee vang ik de grootste makreel die ik ooit al gezien heb.

Die eerste dag begint windstil maar algauw komt de voorspelde zuidwestenwind opzetten en kunnen we lekker scherp aan de wind zeilen. Ik vang die makreel, bak brood, en speel met het nieuwe speelgoed: de iridium satelliet telefoon. Ook de SOS functie moet getest worden, zeer tot verontwaardiging van Wouter die zich een ongeluk schrikt omdat hij mijn voorafgaande verwittiging niet gezien heeft. We varen over de nulmeridiaan, die van Greenwich dus, voor de derde keer sinds we begin juli in Oostende vertrokken zijn. Ik weet nu trouwens ook hoe die nulmeridiaan er uit ziet, want er is een stuk van in de schroef gedraaid. Het is een lelijke gele vezelachtige nylondraad met een plastieken fles aan, die een hels lawaai maakt als je de motor in vooruit zet. Dan maar het ankermaneuver onder zeil uitgevoerd, verloopt vlot. Het is net donker geworden als we rustig voor anker liggen bij Altea aan de Costa Blanca.

Dus moeten we bij het krieken van de dag het water in, met duikbril en duikersmes. Wat een janboel! Het kost me meer dan een half uur om de wirwar weg te snijden, hierbij moreel bijgestaan door een groepje citroengele aquariumvisjes die vandaag niet naar school moeten en mijn werkzaamheden met bezorgde blik volgen. Daarna koffie drinken, grootzeil hijsen en vertrekken. Ik kan niet genoeg krijgen van die mooie kust (behalve die toeristische steden dan) en de indrukwekkende bergen erachter. Soms vaar ik heel dicht tegen een eiland of een klif om te genieten van hun woeste schoonheid.

Ik besluit te stoppen in het haventje van Cabo Palos; daar hebben we tijdens de heenreis ook halt gehouden en ik weet dat er een goede heladeria is op wandelafstand.

Pas de laatste paar uur voordat het donker wordt, krijgen we wind. Ik besluit te stoppen in het haventje van Cabo Palos; daar hebben we tijdens de heenreis ook halt gehouden en ik weet dat er een goede heladeria is op wandelafstand. Het enige probleem is dat het voor Dr NO alleen in het begin van de toegangsgeul diep genoeg is. De wind neemt toe en de deining komt om de hoek, maar het gaat nog. Denk ik. Om drie uur ’s ochtends gaat het niet meer en word ik uit bed geslingerd… Ik zie geen alternatief en moet de zee op. Geen sinecure, want de wind is stevig komen opzetten, en het is nieuwe maan dus stikdonker. Nadat het grootzeil gehesen is in de kleine baai die nog redelijk beschut is, ben ik nat van het zweet ook al ben ik licht gekleed. Vooruit met de geit! Dr NO laat een lichtspoor na door de fosforescerende algen, dat heb je aan de Belgische kust ook soms, maar hier zie je bollen zo groot als tennisballen. Ik vraag me af of dat samengeklonterde algen zijn of misschien fosforescerende kwallen? Heel mooi in ieder geval, het geeft onze nachtelijke tocht iets feeërieks.

Later die ochtend bak ik brood bij windkracht 6, denk ik, want de windmeter is naar de eeuwige windmolenparken sinds die blikseminslag tijdens een onweer op Ibiza dat de volgende dag in de krant stond . (Verder geen probleem met dat onweer, we lagen voor anker en dat hield als een fort. Door de hagel en de hevige regen was ons dek eens gespoeld!)

De wind neemt toe naarmate we Cabo de Gata naderen. Ik krijg telefoontjes in verband met Sint Maarten. Men maakt zich zorgen. Of we de bestemming niet moeten veranderen? Ik doe wat opzoekingswerk in verband met de elektriciteitshuishouding op Le Grand Bleu.

Ik zie schattige goudbruine dolfijnen en voor het eerst vliegende visjes! Ik ben in opperste staat van verrukking door deze blauwe visjes die plots uit een golf opduiken en over het water fladderen als libellen. Dat zijn dingen die mij gelukkig maken. De wind die nog blijft toenemen bij het ronden van Cabo de Gata, en daarna ook nog terwijl dat niet voorspeld was, dat maakt mij minder gelukkig. Dr NO snijdt door de golven zonder angst maar Firmin (onze automatische piloot) kan het niet meer aan dus over naar familie: ik stuur met de hand. De golven zijn wild en groeien, en het wordt donker, voor beginnende zeilers zou dit wel angstaanjagend zijn denk ik. Ik zie op de kaart nergens een plaats die voldoende beschut is om te ankeren voor de nacht. Het is nochtans dringend want ik was vroeg op.

Als ik in de haven ben begrijp ik het: vergane glorie.

Dus vaar ik in het stikdonker het kleine haventje van Adra binnen, nadat ik tevergeefs via de VHF opgeroepen heb, geen antwoord, en gebeld naar het inderhaast gegoogelde telefoonnummer, ook geen antwoord. Als ik in de haven ben begrijp ik het: vergane glorie. Lange steigers waaraan wel honderd boten afgemeerd hadden kunnen liggen met lazy lines, maar er ligt geen kat. Dus neem ik de vrijheid om languit langs de steiger af te meren. Het is middernacht en het water is spiegelglad, en alles is rustig, en ik val in een diepe coma.

Om twee uur word ik wakker van aanhoudend geklop aan dek. Ik steek mijn hoofd buiten en daar staat een man in uniform die mij een formulier aanreikt en vraagt om het in te vullen. Misschien vraagt hij mij ook ten huwelijk, daarvoor is mijn kennis van het Spaans ontoereikend, in ieder geval ik blijf vriendelijk en zeg hem dat ik mañana naar zijn bureau zal komen; neen ik moet dat formulier nu invullen. Ik vul dat formulier in, veronderstellende dat deze handelswijze de kortste weg is naar mijn slaap. De mens vertrekt. Ik val opnieuw in de voornoemde diepe coma.

Om acht uur word ik wakker van aanhoudend geklop aan dek. Ik steek mijn hoofd buiten en daar staat een politieman. Ik vertel hem over mijn nachtelijke formaliteiten. Deze interesseren hem niet, ik moet met de boordpapieren naar zijn bureau komen. Om een lang verhaal kort te maken, tegen elf uur kan ik mijn reis verder zetten.

Terwijl ik Nancy aan de lijn heb springt er, op nog geen tien meter van de boot, een zwaardvis van meer dan een meter uit het water omhoog, wel drie keer achter elkaar.

Het wordt een windloze dag dus varen we op de motor. Ik luister naar RNE Classic, al van in Ibiza, om te slapen zet ik de radio niet af maar heel stil. Bijna altijd klassieke muziek zoals ik ze graag hoor, met maar weinig gebabbel tussendoor. Er wordt nog duchtig getelefoneerd, vooral over Sint Maarten, we gaan er uit geraken. Terwijl ik Nancy aan de lijn heb springt er, op nog geen tien meter van de boot, een zwaardvis van meer dan een meter uit het water omhoog, wel drie keer achter elkaar. Ik ben in de wolken! Wellicht zat hij achter iets aan dat er lekker uitzag.

De crew van Le Grand Bleu heeft zijn gasten aan land gebracht en het probleem met de alternator is opgelost. Ze vertrekken vandaag nog naar Malaga non-stop, ETA maandag. Ik lig wat in de hangmat te mijmeren. Als de zon ondergaat staat er een fijn sikkelmaantje. Op het ogenblik dat ik een foto wil trekken van de prachtige kleuren die de zon achterlaat boven de bergen van Malaga, zwemt er een school dolfijnen rustig voorbij. Niet gek en dartel zoals ze soms doen, neen, rustig, bedaard, met een majestueuze elegantie.

En terwijl de havenlichten van Malaga langs mij heen schuiven denk ik: dit was wat ik nu nodig had. Erik: herboren.

Bedankt, indrukwekkende rotsen.
Bedankt, citroengele aquariumvisjes.
Bedankt, fosforescerende feeën.
Bedankt, vliegende visjes.
Bedankt, makreel (en sorry).
Bedankt, zwaardvis.
Bedankt, RNE Classic.
Bedankt, dolfijnen.
Bedankt, Dr NO. You were amazing.

  

  

 

MISSEN

Ik ben al weg sinds 28 april. Afscheid nemen was moeilijk, maar ook wel bijzonder. Een beetje zoals doodgaan. Mensen die nog snel iets willen rechtzetten voor je vertrekt. Een bekentenis doen. Heel open zijn. Eindelijk eens zeggen hoe ze over jou en de rest van de wereld denken. Heel mooi.

Vertrekken was niet gemakkelijk; vertrokken zijn was hemels. In een nieuwe wereld gesmeten worden, een spannend decor: geen huis meer, maar een schip. Geen straten met buren meer, maar andere boten die naast je voor anker liggen in telkens weer een andere baai. Zonsondergangen. Manen. Zonsopgangen. Wolken. Golven. Wind.

Maar dan komt het. Het missen.

Niet de keuken met vaatwasser, niet de auto. Wel de familie, de vrienden en de collega’s.

Hoe erg ik haar heb gemist besefte ik pas toen ik alweer afscheid van haar moest nemen afgelopen zaterdag, na haar bezoek van vijf dagen. En nu weer dat missen. Binnen twee weken verhuist ze zelf naar het buitenland.

Ik hoef dus niet naar België. Iemand missen kan je overal.

SCHRIFTJE

Mijn schriftje is bijna vol. Ik kocht het in mei in Missalonghi, waar Eline en ik helemaal uit ons dak gingen omdat we er een knutselwinkel vonden.

Het schriftje is een begrip geworden op de boot. Wouter weet dat het belangrijk is voor mij, en als ik het kwijt ben laat hij meteen alles vallen om te helpen zoeken.

Het schriftje is geen dagboek, eerder een verzameling van dingen die ik anders op losse blaadjes of een post-it zou schrijven: receptjes, boodschappenlijsten, zaken die ik niet mag vergeten. Dorien lactosevrij. Peter geen tomaat. Gin meebrengen voor Rob.

Het is ook een stille getuige van de onnozele dingen die we ‘s avonds doen: kladjes met maffe ontwerpen voor een eigen vlag voor Le Grand Bleu (een wereldbol met een poes die er rond stapt). De plakkertjes die we op ons voorhoofd plakken bij het spel ‘wie ben ik’.

De kladversie van mijn blogs, zoals deze. Een vergeten Italiaanse postzegel (gevonden toen we al in Mallorca waren).

De vertrektijden van de vluchten voor Maya: 11/09 Tuifly 17u20, 16/09 Ryanair 14u45. Nog acht dagen. Ik ga in haar wangen knijpen als ze hier is.

En dan begin ik een nieuw schriftje.