LIQUID SUNSHINE

Het is intussen twee weken geleden dat we Martinique binnenvoeren. De grote oversteek werd afgesloten met een combinatie van emoties, alcoholische drankjes en slaap. Heel veel slaap.

Veel tijd om te luieren hebben we echter niet gehad; er was werk aan de winkel. Onze opstappers gingen van boord, inclusief lifter Momo. Die stond twee maanden lang in voor de technische werkjes op beide boten.

Nu sta ik er weer alleen voor. Omdat Momo een andere logica had en ook op een andere manier opruimde, was het niet altijd even vanzelfsprekend om samen aan de boot te werken. Nu leg ik alles weer op mijn logische plaats, en ik kan beginnen. De genua (het voorzeil), die we net voor vertrek wisselden met een nieuw reservevoorzeil, ging naar de zeilmaker. Daar werd het vrij snel duidelijk dat hij total loss was. Een waardig afscheid aan de vuilbakken van Le Marin is het enige wat we hem nog konden geven. Nadien verving ik oude touwen, herstelden we de diepvriezer en de airco, en dan kuisen. Van boven tot onder.

Niet lang na onze aankomst, kwam Marijke, de wederhelft van Ruud die met ons mee de oversteek maakte, aan op Martinique. Eerst ging het duo enkele dagen ontspannen in een resort om vervolgens weer in te schepen voor onze tiendaagse Paradise Island Tour. Tijdens deze reis verkenden we de nabijgelegen eilanden. We kregen van jullie, onze trouwe volgers, heerlijke aanbevelingen van mooie plaatsen en bars, die we uiteindelijk allemaal bezocht hebben.

Op Saint-Lucia gingen we voor anker in verschillende baaitjes.

Rodney Bay, de eindbestemming van de zeilwedstrijd ARC, is een begrip onder oceaanzeilers. In deze baai vind je alles om heel je boot te herstellen.

Marigot Bay is een ‘hurricane hole’ (schuilplaats tijdens een orkaan), waar je deze tijd van het jaar eerder een cocktail drinkt op een wit strandje onder de palmbomen.

La Souffrière is dan weer iets helemaal anders. Hier meer arme bevolking met kleine, vervallen huisjes. De mensen zijn wel vriendelijk en weten hoe ze moeten feesten!
Van Marjolijn kreeg ik de tip om nooit nee te zeggen wanneer locals hun diensten aanbieden. Vaak willen ze de boot kuisen of sierraden verkopen. Meestal antwoord ik met ‘Maybe tomorrow, thank you my friend!’. Maar wanneer ik plots twintig soorten drugs voorgeschoteld krijg zeg ik toch gewoon nee. ‘Not tomorrow, not next week. Thank you.’

Op die eerste dag in La Souffrière kwam een lokale visser en fixer ons warm maken voor een uitstap naar de vulkaan, een modderbad en de watervallen. We gingen in op zijn voorstel. Mijn derde vulkaan na de Stromboli bij Sicilië en Timanfaya in Lanzarote. Wat een fantastische ervaring! De watervallen waren ook niet slecht. Warm bronwater viel hard op mijn schouders, net een massage.

We sloten die uitstap af met een late lunch in een gezellig restaurantje en genoten de rest van de dag van warm zeewater en zonneschijn.

Regenen doet het hier ook wel, en hevig! Stiekem ben ik wel blij dat ik dan zelf het dek en de romp niet moet kuisen. En eerlijk gezegd waren Lanzarote en Kaapverdië zo kaal en droog dat we de groene natuur echt wel gemist hebben. Die regen nemen we er dan heel graag bij.

Volgende stop: Bequia. De mooiste en leukste plaats sinds het begin van de reis! Nu begrijp ik waarom veel wereldzeilers hier blijven hangen, of na hun wereldreis terug naar hier komen. Voor mij is dat nog te vroeg. Ik ben 21 jaar en heb nog een lange lijst met dromen die ik moet waarmaken voor ik me kan nestelen op een eilandje. Hier heeft ieder huisje een ander kleur, zijn de mensen supervriendelijk en -behulpzaam, en is de ankerplaats perfect. Geen golven en een goeie ankergrond zijn de juiste ingrediënten voor mijn goeie nachtrust.

Bequia was zo leuk dat we er een dagje langer zijn blijven liggen. We zijn er gaan snorkelen bij een onbewoond eilandje. We hebben er ook even voet aan wal gezet en ruïnes van bunkers gezien, evenals palmbomen en een klein, lief schildpadje.

Die avond passeerde local Alex met verse kreeft, waar we geen neen tegen konden zeggen. Die heeft hij dan thuis gekookt en nadien bij ons aan boord klaargemaakt.
Weer een superervaring! Ik hoop dat er hij bij ons volgende bezoek weer is.

Om de terugweg naar Martinique al wat in te korten, gingen we alvast naar Young Island, bij St. Vincent. Een halfuur na aankomst lagen we alweer op een strandje. Zullen we dat ooit gewoon worden?

Het is hier 30 graden en Facbook ontploft van sneeuwfoto’s. Sneeuw mis ik niet. Buiten de regen is er ook een goed windje hier. Voor ik het besef ben ik weer helemaal verbrand.

We eindigen het eilanden hoppen in Fort-de-France, de hoofdstad van Martinique. Daar gaan Ruud en Marijke een botanische tuin bezoeken. Karina en ik bereiden ons voor op het bezoek van Maya! Zij komt samen met ons Kerstmis vieren.
We blijven nog in Martinique tot de volgende gasten komen, in januari.

Geniet van de feestdagen en tot volgend jaar!
Wouter

16 DAGEN OP DE OCEAAN

Het had een sociaal experiment kunnen zijn: we zetten 6 mensen die elkaar nauwelijks kennen op een zeiljacht. En dan laten we die samen de Atlantische Oceaan oversteken. Kijken wat er gebeurt. Goeie televisie.

Op sensatie, achterklap en drama hebben we slecht gescoord. We maakten wel een mooie film over vrijheid, vriendschap en teamwork. En soms zaten we gewoon met z’n allen gezellig met de slappe lach.

Wat doet een mens hele dagen op de oceaan? In het begin: turen in de verte of er geen andere schepen te zien zijn, of walvissen (en ja hoor: op dag vier meerdere fonteintjes op zee). Vliegende vissen tellen. Lachen naar dolfijnen.

Lezen. Slapen. Ieder uur logboek invullen. Koken, vertellen, zingen, afwassen, dansen. Brood bakken. Op grootmoeders wijze de handdoeken op het vuur afkoken. Was ophangen. Een scheurtje in de bimini herstellen met stalen naald en draad.

Met twee Nederlanders, een Duitser en drie Belgen is het altijd onderhoudend. Momo (D): ‘I was thinking …’, wordt guitig onderbroken door Reinier (NL): ‘Oh, you were sinking?’. En een taske koffie vinden Ruud en Reinier niet alleen lekker, maar ook hilarisch.  En ook mooi: ‘vlinderen’ is bij de Nederlanders ‘melkmeisje’. Lief, toch? En door het gemis aan internet en zoekmachines nemen we alle tijd om zelf vrolijk te freewheelen over mogelijke antwoorden op vragen zoals ‘hoeveel water zit er nu in die Atlantische Oceaan’ en ‘wie is die acteur nu weer in die film waarvan we de titel vergeten zijn’.

Gijpen. Koers bijstellen. Elke dag om 12.00 uur een kruisje zetten op de kaart (‘we zijn bijna in de helft!’). Film kijken (Yes Man), om daar een half uur later mee te stoppen omdat de batterij van de laptop leeg is. Momo in de mast hijsen om er een unidentified touwtje te verwijderen dat misschien later voor problemen zou kunnen zorgen. Naast genua en grootzeil ook nog de fok uitrollen, gewoon omdat het kan, we er de tijd voor hebben en om te zien wat het effect is op onze snelheid. Een batterij-alarm installeren (een makkie met die verzamelde technische knowhow aan boord). Vissen, met wisselend succes: twee wahi wahi’s en een zeebaars. Een bijna-tonijn en een bijna-barracuda.

Eten. 15 kg aardappelen, 16 kg bloem, 3 kg rijst, 4 kg pasta, 2 kg boter, 1 liter olijfolie, 56 eieren, 400 g mosterd, 1,2 kg chocolade, 7 kg kaas, 1 kg hesp, ongeveer 40 builtjes thee, 2 kg ajuinen, 10 bananen, 7 appels, 3 kg courgettes, 500 g kalkoenfilet vers, 4 hamburgers vers, 1 kg avocado’s, 4 kg tomaten, 1 kg komkommer, 1 kg witte kool, 2 kg wortelen, 4 kroppen sla, 5 bussels koriander, 2 bussels bieslook, 4 bollen look, 1 kg rode paprika, 1 kg groene paprika, 3 liter yoghurt, 2 liter room, 15 liter spuitwater, 27 liter appelsiensap, 16 liter melk, 3,2 kg rode bonen blik, 440 g rode paprika glas, 1,2 kg kikkererwten glas, 400 g linzen glas, 1,3 kg corned beef, 3,5 kg tomaten blik, 1,2 kg balletjes in saus blik, 1,2 kg champignons blik, 700 g tomatenpuree, 30 hot dogs, 20 bockwursten, 3 potten confituur, 3 potten choco, 560 ml ketchup, 3 kg koffie, 1 kg mayonaise, 425 g spinazie glas, 1,6 kg augurken, 1 kg asperges glas, 600 g prinsessenbonen glas, 400 g rode biet glas, 1 kg artisjok glas, 1 kg tonijn blik, 1 kg gedroogde linzen, 600 g olijven blik, chips en nootjes, crackertjes, koekjes. En drie verse vissen :-).

Zestien dagen. Ik geef toe dat ik het na een dag of zeven wat moeilijk had: het duurde te lang, het ging te traag vooruit. Maar een dag later was het weer goed. En nu, na 16 dagen, lijkt het alsof het pas gisteren was dat we Jack stevig vastsnoerden op het voordek, Gerd en Kristel ons uitzwaaiden (meisjes, jullie hadden er bij moeten zijn!), en we nog een laatste foto maakten van ons zes op het achterdek, om te zien of we veranderd zouden zijn bij aankomst. Want iemand zei me onlangs: ‘Als je de oceaan bent overgestoken, ben je een ander mens.’ Geen idee of dat zo is.

Ik loop wel al de hele week met dat ene zinnetje in mijn hoofd, uit een lied van Anthony and the Johnsons: No one can stop you now.

DAGBOEK VAN DE KAPITEIN

Dag 1:
Vandaag is het zover. We gaan van Kaapverdië naar de Caraïben zeilen. Het klinkt makkelijk, maar dat is het niet. Hoe dichter we bij het uur van vertrek komen, hoe spannender. Kunnen we dit aan? Die ‘we’ slaat op mijn crew. 4 mensen die ik nauwelijks ken, en Karina. Zullen zij het aankunnen? Kan ik het zelf wel aan?
Ja, we kunnen dit samen aan. Om 17u08 gaan de trossen los en verlaten we de haven. Met enkel de genua zeilen we tot de luwte van het laatste eiland. Daar deinen we stilletjes de nacht in…

Dag 2:
In de nacht gaat de motor aan. We willen van de luwte van het eiland weg om meer wind te hebben. We hebben een mooie snelheid, prachtige zonsopkomst en orca’s die ons verwelkomen op de grote oceaan. Rond lunchtijd zien we hier en daar walvissen, die we herkennen aan hun korte maar hevige ‘fonteintjes’. Ook aan vliegende vissen ontbreekt het niet. Nu nog wind…

Dag 3:
Het is 8 uur ‘s ochtends en ik heb er genoeg van. Die motor moet uit, we hebben onze brandstof later misschien nog nodig. Binnen 60 uur krijgen we weer wind. Er staat ons een saaie volgende 3 dagen te wachten. We proberen er het beste van te maken door te zwemmen, vissen en (eindelijk) douchen.

Dag 4:
Niets doen, een hele dag lang. Vroeger was het een droom, nu een nachtmerrie. Ik weet niet meer wat we heel de dag deden, zo saai was het. Dat de wind maar snel komt…

Dag 5:
Een zuchtje wind. Heerlijk! We glijden door het water aan 3 knopen. Nog niet de helft van ons gemiddelde, maar we gaan vooruit. Een beetje wind in de zeilen maakt de boot veel stabieler. Een grote tonijn zwemt weg met onze vishaak. Later die dag vangen we wel een goudmakreel, die onmiddellijk in de pan vliegt.

Dag 6:
De tradewind is er. 4 tot 5 beaufort, recht in de rug. Le Grand Bleu vliegt als een speer door het water. Zo ken ik haar weer! Als trotse schipper trim ik de zeilen, en samen buigen we over de kaart om de aankomst te berekenen. Nog 10 of 11 dagen.

Dag 7:
Ik bel met mijn mama en hoor dat alles goed gaat thuis. Even ben ik weg uit de wereld van blauw water en een blauwe hemel. Back to reality: 4 tonijnen die met onze vishaken wegzwemmen. Tijd dat we van techniek veranderen.

Dag 8:
Een luie dag. Een defect aan de motor brengt eindelijk wat leven in de zaak. Hoe we het gaan oplossen weten we nog niet, maar er is gaan haast.

Dag 9:
Meer dan een James Bond-film kijken doe ik niet vandaag. Voor ik het weet is de dag voorbij.

Dag 10:
De motor is hersteld. Blijkbaar deed ik er al maanden de verkeerde olie in. Hij werkt nu beter dan ooit! We zeilen aan een mooie snelheid en in afstand zijn we nu ook over de helft!

Dag 11:
Een schip! We zien nog eens leven. Een lichtpuntje aan de horizon. De zeebaars die we nadien vingen heeft ook het licht gezien. Die smaakte echt goed.

Dag 12:
Just another day at the office.

Dag 13:
Hier en daar merk je dat we wat ‘simpel’ worden. Is dat wel gezond, zo lang weg zijn van de wereld?

Dag 14:
Gewoon een drukke en saaie dag.

Dag 15:
Regen en wind verrast ons als we de bestemming naderen. Hopelijk gaat het snel over…

Dag 16:
Stormmaatregelen. Stress houdt me wakker… Ik weet dat ons schip veel aan kan, maar het blijft telkens bang afwachten. Golven van 9 meter schudden ons goed door elkaar.

Dag 17:
Land in zicht! De storm duwt ons rond het zuidelijkste puntje van Martinique, waar we een mooie plaats krijgen in de haven. We zijn er. Het duurde even voor ik het besefte. Ik heb een oceaan overgevaren. Ik zou het zo herdoen. Maar eerst een pint, en een dutje.