LOSLATEN

“Wij reizen om te leren.” Erik zegt het bijna elke dag. Ja, er is veel te leren en te ontdekken: over de natuur, het zeilen, de mensen en de plaatsen waar we komen.

De pelikanen hier zijn bruine pelikanen, en hebben een andere vistechniek dan die soort met een zak aan hun bek. Schitterende educatieve docu’s, live voor onze ogen, van ‘s ochtends tot ‘s avonds.

En het Panamakanaal! Ik herinner me nog vaag een hoofdstukje Panamakanaal ergens in het middelbaar. Saai, man! Maar als je er zelf door vaart, leer je dingen die je nooit meer zal vergeten.

Dat ze een reusachtig gebied hebben laten vollopen voor het kanaal (nu ‘Gatún Lake’). Dat er geen enkele schroef in de sluispoorten zit. Dat er tienduizenden arbeiders gestorven zijn. Dat de bouwleider een Belgische immigrant was, van Stekene dan nog – of all places. Voor het imposante gebouw van de administratie van het Panamakanaal staat een gigantisch monument met de naam ‘Goethals’ er op. Nu gij.

We reizen om te leren. Meestal bedoelt Erik echter: “… om onszelf beter te leren kennen.”

Er zijn zoveel gevoelens die ik het voorbije jaar hier aan boord had die ik liever niet heb, maar toch steken ze de kop op.

Frustratie. Omdat de gasfles leeg is op het moment dat ik een brood in de oven heb.

Verdriet. Omdat ik Maya mis.

Verontwaardiging. Omdat ik iemand tegenkom die onvriendelijk is.

Boosheid (uit de hand gelopen frustratie). Ongeduld. Argwaan. Zelfmedelijden.

Erik heeft er weinig last van. En als het dan toch eens naar boven komt? Dan denkt hij aan zijn grote voorbeeld (“gij kunt nooit raden wie dat is”). “Tante Maggie,” zeg ik. Ik moest er zelfs niet over nadenken.

Juist. Hoe zij in het leven staat, deze fantastische 82-jarige vrouw, daar mag ook wel eens een monument voor gebouwd worden. “Als er een probleem is, en je kan het oplossen: maak je niet druk. Als er een probleem is en je kan het niet oplossen, dan heeft het ook geen zin om je druk te maken.”

“Laat het los, kindje,” zegt ze.

Loslaten. Dat doe ik nu. En: “Praat alleen als wat je zegt mooier is dan de stilte.”

Dat leren wij hier allemaal op reis. Tante Maggie is dan wel in België, maar dan noemen we het toch gewoon ‘afstandsonderwijs’? 🙂

HET LEVEN ZOALS HET IS

Panama. Na een redelijk ruig tochtje van vijf dagen in een nieuwe wereld aangekomen. De oversteek deed ik met Dr. NO. Wat een plezante boot is dat toch! Ik noem het een ‘concrete’ boot: omdat er minder technische snufjes aan boord zijn dan op Le Grand Bleu, begrijp ik ook veel beter hoe alles werkt.

Eindelijk tijd gekregen/gevonden/gemaakt/genomen om bij te praten met mijn broer. De beginselen van de sextant van hem geleerd (voor wie het niet kent: even googlen). Boek gelezen over de samenlevingsproblematiek in België (nogmaals dank voor dit prachtig cadeau, Geert!), al is dit zoooo ver van mijn bed nu.

Panama dus. Bij aankomst enorm onder de indruk van de gigantische cargoschepen en de grote zwermen pelikanen.

Hier gaan we binnenkort door het Panamakanaal, naar de Stille Oceaan, voor het begin van een nieuw hoofdstuk van onze wereldreis. Je verlegt voortdurend letterlijk je grenzen. Ik weet nog hoe ik in Mindelo ongeveer hetzelfde gevoel had toen we vertrokken voor de oversteek van de Atlantische Oceaan. Ik dacht: “Nu is het voor echt.” En nu denk ik: “Nu is het écht voor echt.”

Om alles te regelen voor de doortocht van het Panamakanaal en om rustig wat kleine werkjes te doen, liggen we in een haventje, niet zo ver van Colon. Shelter Bay Marina is met stip de leukste haven tot nu toe: er is een zwembad, de douches zijn proper, er is internet, een café en een restaurant, een atelier om te werken, een wasserette, … Maar vooral: een hechte ‘community’. Een groepje anciens zorgt voor de sociale cohesie: vrijdag happy hour, zaterdag vrij podium, zondag potluck. Vandaag kreeg ik een hartelijke knuffel van Manuella, omdat ik haar voor liet gaan in de wasserette.

Echt leuk. Als je voor anker ligt heb je dit soort sociale contacten veel minder.

En de tweede avond stapte er een zatte Noor bij ons aan boord die zich voortdurend verontschuldigde voor het feit dat hij te veel gedronken had. Hij verdween om te gaan slapen, maar stond een half uur later weer aan onze boot. Weg kwijt. Zijn lief is hem dan komen halen om hem ‘naar huis’ te begeleiden.

Wat later, ‘s nachts al: een oude Canadees uit Vancouver, die zo blij was dat ik wist wat ‘Métis’ was, want dat was hij, al ontdekte hij het pas toen hij al 45 was.

Het leven zoals het is. Iedereen heeft zijn verhaal, en het is zo mooi dat wij mogen meeschrijven aan elkaars verhalen.

I-WAY TO ELLE

Na een medisch akkefietje, dat verder helemaal in orde gekomen is, sta ik dus wel drie maand achter op het schema. Daardoor komt het dat we na de 17 dagen durende oversteek vanuit Las Palmas welgeteld 48 uur op Martinique kunnen blijven. Die zijn goed gevuld met het doen van inkopen, vervangen van doorgeschavielde schoten en verwrongen harpsluitingen, poetsen, afwerken van een veiligheidschecklist, en het oppikken van een derde fransoos.

Die waren nochtans al zwaar in de meerderheid met z’n tweeën, aangezien er natuurlijk geen andere optie is dan dat ik mijn beste Frans boven haal. Je tire mon plan, maar het is toch lastig en geregeld eindigt mijn uitleg op truc en machin. Ze leren mij wat nuttige nieuwe woorden, zoals le gaspillage (ontoelaatbaar), le tangon (moet altijd horizontaal) en l’hameçon (waarin te weinig gebeten word). Ik lach mij een kriek met hun uitspraak van het Engels.

Wanneer we die dinsdag de touwen losgooien weerklinkt er in mijn hoofd, zoals altijd op zo’n moment, het krachtige thema van Pirates of the Caribbean. En wat later op volle zee, met de spinakker gehesen die ons aan acht knopen richting Bonaire laat galloperen, draait mijn interne DJ mijn favoriete nummer van AC/DC.

Veel wind is er ons verder niet gegund tijdens dit korte tripje (het is maar 456 mijl naar Bonaire, dat wordt allemaal zo relatief). We varen veel op de motor, zien veel vliegende vissen, en 200 mijl uit de kust komt een duif een nachtje uitrusten op de iridiumantenne. De fransozen zijn muziekliefhebbers en ik ontdek tot mijn grote vreugde dat ze Sixto Rodriguez kennen. Verder studeer ik veel in mijn Spaans voor Dummies, en schiet ik mijn eerste beelden van dolfijnen onder water.

Op Bonaire zal ik eindelijk Karina en Wouter en Le Grand Bleu terugzien, dat zal deugd doen want ik heb hen gemist en we hebben veel bij te praten. Voor de rest zijn de Nederlandse Antillen ook maar weer een pitstop want we moeten ons reppen naar Panama (een mijl of zevenhonderd). Vanaf daar herneemt de reis voor mij aan een normaal tempo, en komt “elle” voor een maand aan boord: Nancy.

Februari en maart zijn voor mij een highway waarop ik mijlen moet afleggen om haar op het einde opnieuw in mijn armen te kunnen sluiten. Ze I-way to “elle”.