PETRUS EN DE WOLK

Elektriciteit en water zonder limiet, aan land zonder Jack. Zalig. ’s Ochtends ga ik koffie drinken in een bar. Daarna douchen met veel water. Naar toilet op een wc met een spoelknop. Wat een feest!

Dr NO en Le Grand Bleu liggen in Marina Alcaidesa, bij La Línea de la Concepción. Van hieruit hebben we een prachtig zicht op Gibraltar.

De rots is alomtegenwoordig. Er hangt bijna continu een wolk boven, die gevoed lijkt te worden door de rots zelf (Erik kan die theorie perfect en heel bevattelijk uitleggen, maar doceren mag hij zelf eens in een andere blog. Laat mij maar mijmeren.).

Wanneer we de grens oversteken om in Gibraltar de kabelbaan te nemen om eens van boven op de rots te kunnen kijken, krijgen we een vriendelijke waarschuwing voor we instappen: “Er zijn apen. Véél apen. Ze zijn niet geïnteresseerd in jullie of jullie kinderen, maar wel in wat jullie bij hebben. Plastic zakje? Grissen ze zo uit je handen.” En de begeleider sluit af met: “Trust me, you’ll know what I mean when you get up there.”

En ja. Na een kort tochtje met de kabelbaan (prachtig zicht!) worden we overspoeld door apen, die zich trouwens gewillig laten fotograferen. Eén van de kleinere apen probeert langs mijn been omhoog te kruipen. Ik hou van dieren, echt, maar ben toch blij dat hij het snel opgeeft. Er zijn schattige baby-aapjes, die zonder ouderlijk toezicht tussen de toeristen spelen. Voor mij een teken dat ze ons vertrouwen.

“Deze rots vrààgt gewoon om een blog,” zeg ik tegen Erik. “Zeker,” zegt hij. “En als je nog inspiratie zoekt: weet je wat het Latijn is voor ‘rots’?”

Petrus.

De naam van onze pa, die – mocht hij nog in leven zijn – als 80-jarige met ons mee rond de wereld zou gezeild hebben.

Wanneer we de volgende ochtend vertrekken richting Marokko, staat Petrus ons rustig na te kijken. Met zijn wolk.