LE TEMPS S’IMMOBILISE

Goh. Al meer dan een week zit deze blog zachtjes te pruttelen in mijn hoofd. Ik vind mijn woorden niet, ik ben sprakeloos, en nu weet ik hoe dat komt.

Het is hier gewoon te mooi voor woorden. Letterlijk. Groene gletsjers van fris gras op scherpe bergruggen tussen vele, vele tinten groen, oranje en blauw. Uit de natuur gehouwen statige kastelen, onbereikbaar hoog en steil. Watervallen. Palmbomen. Wit zand, zwart strand.
Ik moet een boekje maken met superlatieven. Les Supermarquises.

De mensen dan. De vrouwen dragen bloemen in hun haar, ook de oude besjes, en soms sommige mannen ook. Les femmes sont lascives au soleil redouté.

Iedereen is vriendelijk. Er is vertrouwen. Aan land gaan en vrouwen ontmoeten die hun kinderen ‘meegeven’ om ons rond te leiden in het dorp. Een vrouw aanspreken op straat, met de vraag welke vrucht dit is en of we het kunnen eten. Nadia neemt ons mee naar haar huis en laat ons proeven van haar broodvruchtbereidingen. Later leren we dat je er ook frietjes van kan bakken. Heerlijk.

In een winkeltje van amper 12 m² in Ua Pou vragen we naar verse groenten en fruit. We krijgen een tiental pompelmoezen mee en een doos bananen. Gewoon. Gratis. Want er is toch genoeg.

We voelen ons welkom, er zijn weinig toeristen buiten de zeilers. Op weg naar het dorp hoeven we niet te liften, ze stoppen zo ook wel om ons mee te nemen.

Kippen, honden en geiten lopen vrij rond. Paarden staan overdag te grazen op stille velden, en worden ‘s avonds opgehaald door jongens die vlotjes op de rug springen en naar huis galopperen.

Et par manque de brise, le temps s’immobilise, aux Marquises.

Mijn woorden zijn op. Luister misschien gewoon eens naar ‘Les Marquises’ van Jacques Brel. Die kon het beter en mooier samenvatten dan ik.