EEN JAAR AAN BOORD

Vandaag dag op dag een jaar geleden stapte ik in Dendermonde op de trein. Mijn mama en papa waren er om mij uit te zwaaien. Ik had nog geen idee waaraan ik begonnen was. Ik had nog steeds geen idee toen ik met die grote boot die ik nog niet kende naar Athene voer. Toen werd het duidelijk: er is werk aan de winkel.

Intussen heb ik heel veel bijgeleerd. Ieder schroefje en boutje aan de boot heb ik losgemaakt. Ik noem mezelf nog geen technicus, maar ik ben op de goeie weg. Ook het charteren was nieuw. Het is wel heel leuk want we hebben al heel veel leuke en lieve mensen ontmoet. Lieve mensen, als jullie dit lezen: sorry voor de beginnersfoutjes. Karina en ik leren iedere week bij hoe we het leven aan boord zo leuk en aangenaam mogelijk kunnen maken.

Zelf ben ik ook veranderd. Ik zie de wereld en haar mensen op een andere manier. Plots lijkt alles mooier. Hier in Grenada bijvoorbeeld, als je in de wasserij vraagt of ze je kleren kunnen wassen, is het niet mogelijk. Als je eerst vraagt hoe het met hen gaat is plots alles mogelijk. Het is even wennen maar eigenlijk wel mooi. Ik denk dat het in België ook zo zou mogen.

Of ik nog niet terug naar België wil? NEEN. Ik ben aan sneltempo vanalles van mijn bucketlist aan het schrappen, maar die lijst is nog te lang (en mijn baard nog te kort).

LIQUID SUNSHINE

Het is intussen twee weken geleden dat we Martinique binnenvoeren. De grote oversteek werd afgesloten met een combinatie van emoties, alcoholische drankjes en slaap. Heel veel slaap.

Veel tijd om te luieren hebben we echter niet gehad; er was werk aan de winkel. Onze opstappers gingen van boord, inclusief lifter Momo. Die stond twee maanden lang in voor de technische werkjes op beide boten.

Nu sta ik er weer alleen voor. Omdat Momo een andere logica had en ook op een andere manier opruimde, was het niet altijd even vanzelfsprekend om samen aan de boot te werken. Nu leg ik alles weer op mijn logische plaats, en ik kan beginnen. De genua (het voorzeil), die we net voor vertrek wisselden met een nieuw reservevoorzeil, ging naar de zeilmaker. Daar werd het vrij snel duidelijk dat hij total loss was. Een waardig afscheid aan de vuilbakken van Le Marin is het enige wat we hem nog konden geven. Nadien verving ik oude touwen, herstelden we de diepvriezer en de airco, en dan kuisen. Van boven tot onder.

Niet lang na onze aankomst, kwam Marijke, de wederhelft van Ruud die met ons mee de oversteek maakte, aan op Martinique. Eerst ging het duo enkele dagen ontspannen in een resort om vervolgens weer in te schepen voor onze tiendaagse Paradise Island Tour. Tijdens deze reis verkenden we de nabijgelegen eilanden. We kregen van jullie, onze trouwe volgers, heerlijke aanbevelingen van mooie plaatsen en bars, die we uiteindelijk allemaal bezocht hebben.

Op Saint-Lucia gingen we voor anker in verschillende baaitjes.

Rodney Bay, de eindbestemming van de zeilwedstrijd ARC, is een begrip onder oceaanzeilers. In deze baai vind je alles om heel je boot te herstellen.

Marigot Bay is een ‘hurricane hole’ (schuilplaats tijdens een orkaan), waar je deze tijd van het jaar eerder een cocktail drinkt op een wit strandje onder de palmbomen.

La Souffrière is dan weer iets helemaal anders. Hier meer arme bevolking met kleine, vervallen huisjes. De mensen zijn wel vriendelijk en weten hoe ze moeten feesten!
Van Marjolijn kreeg ik de tip om nooit nee te zeggen wanneer locals hun diensten aanbieden. Vaak willen ze de boot kuisen of sierraden verkopen. Meestal antwoord ik met ‘Maybe tomorrow, thank you my friend!’. Maar wanneer ik plots twintig soorten drugs voorgeschoteld krijg zeg ik toch gewoon nee. ‘Not tomorrow, not next week. Thank you.’

Op die eerste dag in La Souffrière kwam een lokale visser en fixer ons warm maken voor een uitstap naar de vulkaan, een modderbad en de watervallen. We gingen in op zijn voorstel. Mijn derde vulkaan na de Stromboli bij Sicilië en Timanfaya in Lanzarote. Wat een fantastische ervaring! De watervallen waren ook niet slecht. Warm bronwater viel hard op mijn schouders, net een massage.

We sloten die uitstap af met een late lunch in een gezellig restaurantje en genoten de rest van de dag van warm zeewater en zonneschijn.

Regenen doet het hier ook wel, en hevig! Stiekem ben ik wel blij dat ik dan zelf het dek en de romp niet moet kuisen. En eerlijk gezegd waren Lanzarote en Kaapverdië zo kaal en droog dat we de groene natuur echt wel gemist hebben. Die regen nemen we er dan heel graag bij.

Volgende stop: Bequia. De mooiste en leukste plaats sinds het begin van de reis! Nu begrijp ik waarom veel wereldzeilers hier blijven hangen, of na hun wereldreis terug naar hier komen. Voor mij is dat nog te vroeg. Ik ben 21 jaar en heb nog een lange lijst met dromen die ik moet waarmaken voor ik me kan nestelen op een eilandje. Hier heeft ieder huisje een ander kleur, zijn de mensen supervriendelijk en -behulpzaam, en is de ankerplaats perfect. Geen golven en een goeie ankergrond zijn de juiste ingrediënten voor mijn goeie nachtrust.

Bequia was zo leuk dat we er een dagje langer zijn blijven liggen. We zijn er gaan snorkelen bij een onbewoond eilandje. We hebben er ook even voet aan wal gezet en ruïnes van bunkers gezien, evenals palmbomen en een klein, lief schildpadje.

Die avond passeerde local Alex met verse kreeft, waar we geen neen tegen konden zeggen. Die heeft hij dan thuis gekookt en nadien bij ons aan boord klaargemaakt.
Weer een superervaring! Ik hoop dat er hij bij ons volgende bezoek weer is.

Om de terugweg naar Martinique al wat in te korten, gingen we alvast naar Young Island, bij St. Vincent. Een halfuur na aankomst lagen we alweer op een strandje. Zullen we dat ooit gewoon worden?

Het is hier 30 graden en Facbook ontploft van sneeuwfoto’s. Sneeuw mis ik niet. Buiten de regen is er ook een goed windje hier. Voor ik het besef ben ik weer helemaal verbrand.

We eindigen het eilanden hoppen in Fort-de-France, de hoofdstad van Martinique. Daar gaan Ruud en Marijke een botanische tuin bezoeken. Karina en ik bereiden ons voor op het bezoek van Maya! Zij komt samen met ons Kerstmis vieren.
We blijven nog in Martinique tot de volgende gasten komen, in januari.

Geniet van de feestdagen en tot volgend jaar!
Wouter

DAGBOEK VAN DE KAPITEIN

Dag 1:
Vandaag is het zover. We gaan van Kaapverdië naar de Caraïben zeilen. Het klinkt makkelijk, maar dat is het niet. Hoe dichter we bij het uur van vertrek komen, hoe spannender. Kunnen we dit aan? Die ‘we’ slaat op mijn crew. 4 mensen die ik nauwelijks ken, en Karina. Zullen zij het aankunnen? Kan ik het zelf wel aan?
Ja, we kunnen dit samen aan. Om 17u08 gaan de trossen los en verlaten we de haven. Met enkel de genua zeilen we tot de luwte van het laatste eiland. Daar deinen we stilletjes de nacht in…

Dag 2:
In de nacht gaat de motor aan. We willen van de luwte van het eiland weg om meer wind te hebben. We hebben een mooie snelheid, prachtige zonsopkomst en orca’s die ons verwelkomen op de grote oceaan. Rond lunchtijd zien we hier en daar walvissen, die we herkennen aan hun korte maar hevige ‘fonteintjes’. Ook aan vliegende vissen ontbreekt het niet. Nu nog wind…

Dag 3:
Het is 8 uur ‘s ochtends en ik heb er genoeg van. Die motor moet uit, we hebben onze brandstof later misschien nog nodig. Binnen 60 uur krijgen we weer wind. Er staat ons een saaie volgende 3 dagen te wachten. We proberen er het beste van te maken door te zwemmen, vissen en (eindelijk) douchen.

Dag 4:
Niets doen, een hele dag lang. Vroeger was het een droom, nu een nachtmerrie. Ik weet niet meer wat we heel de dag deden, zo saai was het. Dat de wind maar snel komt…

Dag 5:
Een zuchtje wind. Heerlijk! We glijden door het water aan 3 knopen. Nog niet de helft van ons gemiddelde, maar we gaan vooruit. Een beetje wind in de zeilen maakt de boot veel stabieler. Een grote tonijn zwemt weg met onze vishaak. Later die dag vangen we wel een goudmakreel, die onmiddellijk in de pan vliegt.

Dag 6:
De tradewind is er. 4 tot 5 beaufort, recht in de rug. Le Grand Bleu vliegt als een speer door het water. Zo ken ik haar weer! Als trotse schipper trim ik de zeilen, en samen buigen we over de kaart om de aankomst te berekenen. Nog 10 of 11 dagen.

Dag 7:
Ik bel met mijn mama en hoor dat alles goed gaat thuis. Even ben ik weg uit de wereld van blauw water en een blauwe hemel. Back to reality: 4 tonijnen die met onze vishaken wegzwemmen. Tijd dat we van techniek veranderen.

Dag 8:
Een luie dag. Een defect aan de motor brengt eindelijk wat leven in de zaak. Hoe we het gaan oplossen weten we nog niet, maar er is gaan haast.

Dag 9:
Meer dan een James Bond-film kijken doe ik niet vandaag. Voor ik het weet is de dag voorbij.

Dag 10:
De motor is hersteld. Blijkbaar deed ik er al maanden de verkeerde olie in. Hij werkt nu beter dan ooit! We zeilen aan een mooie snelheid en in afstand zijn we nu ook over de helft!

Dag 11:
Een schip! We zien nog eens leven. Een lichtpuntje aan de horizon. De zeebaars die we nadien vingen heeft ook het licht gezien. Die smaakte echt goed.

Dag 12:
Just another day at the office.

Dag 13:
Hier en daar merk je dat we wat ‘simpel’ worden. Is dat wel gezond, zo lang weg zijn van de wereld?

Dag 14:
Gewoon een drukke en saaie dag.

Dag 15:
Regen en wind verrast ons als we de bestemming naderen. Hopelijk gaat het snel over…

Dag 16:
Stormmaatregelen. Stress houdt me wakker… Ik weet dat ons schip veel aan kan, maar het blijft telkens bang afwachten. Golven van 9 meter schudden ons goed door elkaar.

Dag 17:
Land in zicht! De storm duwt ons rond het zuidelijkste puntje van Martinique, waar we een mooie plaats krijgen in de haven. We zijn er. Het duurde even voor ik het besefte. Ik heb een oceaan overgevaren. Ik zou het zo herdoen. Maar eerst een pint, en een dutje.